Ja, ik wil!
19/09/16 00:42
INLEIDING
Alles is te koop, en alles is te verbouwen zodat je precies krijgt wat je wilt. Wil je een Ferrari met trekhaak? Kan. Een Lada met kuipstoelen en een spoiler (en achterruit verwarming)? Kan ook. Wil je een Skoda persé met motor achterin? Daar hebben we er vast nog wel eentje van.
HET IS NET EEN AUTO
Nu ik het toch over auto’s heb. In de auto-industrie wordt tegenwoordig –vrij vertaald- platform gedreven ontwikkeld. Diverse onderdelen, zoals bijvoorbeeld een onderstel, worden gebruikt bij het bouwen van verschillende typen auto’s. Die gedeelde onderdelen hoeven maar één keer te worden ontwikkeld, ze hoeven maar één keer te worden getest. Dat scheelt tijd; je kunt veel sneller nieuwe producten lanceren.
Vanwaar die haast? Dat komt vooral door druk van buitenaf. Producten die wij gebruiken om te bouwen komen sneller op de markt [1], en ze worden ook steeds sneller vervangen door nieuwere producten [1]. En onze klanten vragen steeds meer van ons [1]. Oja, en de (internationale) concurrentie zit ook niet stil [1].
HOE DOE JE PLATFORM
Al die gedeelde onderdelen bij elkaar kunnen we dus een platform noemen. De gedeelde onderdelen zijn dan gestandaardiseerd, en de manier waarop je ze kunt gebruiken beschrijven we in standaarden. Eigenlijk is het “moet gebruiken”, want je kunt ze alleen gebruiken op de standaard manier. Doe je dat niet dan werkt het niet.
JA, “MAAR”
“Doe je dat niet, dan werkt het niet”. Klein zinnetje, maar met flinke gevolgen. Een platform, en dan vooral de standaard manier van het gebruik ervan, maakt de wereld minder flexibel. Je kunt nog steeds alles kiezen, als het maar standaard is. En dat is wennen. Het is wennen om niet met Volkswagen in discussie gaan waarom de wielbasis van hun Passat niet 2,686 meter is. Het is wennen om genoegen nemen met ‘gewoon’ 2,791 meter. Als gebruiker zal je dit getal niets uitmaken, tenminste dat hoop ik. Maar als je een platform gebruikt om te bouwen, dan loop je hier wel tegenaan. Het onderstel van een Passat als voorbeeld: de wielbasis is 2,791 meter. Wil je de wielen dichter bij elkaar? Pech! Kan niet, tenminste niet met dit platform.
HET ENE PLATFORM IS HET ANDERE NIET
Welk platform is dan beter? Vergelijk het met IT: is Suse beter dan Redhat? Is versie 6.5 beter dan 6.4, of dan 7.2? Is Tomcat beter dan Websphere? Ik zou zeggen: “Kies er gewoon één, want anders heb je geen platform”. Kies de Lada, kies de Ferrari of kies de Skoda. Wil je dan nog steeds de motor achterin, een trekhaak, spoiler, kuipstoelen…?
Ja, ik wil! Maar wat nu als het niet in het platform zit… kun je dan niet gewoon zonder?
Richard Bliek.
[1] Halman, J. I., Hofer, A. P., & Van Vuuren, W. (2003). Platformâdriven development of product families: linking theory with practice. Journal of Product Innovation Management, 20(2), 149-162.
Alles is te koop, en alles is te verbouwen zodat je precies krijgt wat je wilt. Wil je een Ferrari met trekhaak? Kan. Een Lada met kuipstoelen en een spoiler (en achterruit verwarming)? Kan ook. Wil je een Skoda persé met motor achterin? Daar hebben we er vast nog wel eentje van.
HET IS NET EEN AUTO
Nu ik het toch over auto’s heb. In de auto-industrie wordt tegenwoordig –vrij vertaald- platform gedreven ontwikkeld. Diverse onderdelen, zoals bijvoorbeeld een onderstel, worden gebruikt bij het bouwen van verschillende typen auto’s. Die gedeelde onderdelen hoeven maar één keer te worden ontwikkeld, ze hoeven maar één keer te worden getest. Dat scheelt tijd; je kunt veel sneller nieuwe producten lanceren.
Vanwaar die haast? Dat komt vooral door druk van buitenaf. Producten die wij gebruiken om te bouwen komen sneller op de markt [1], en ze worden ook steeds sneller vervangen door nieuwere producten [1]. En onze klanten vragen steeds meer van ons [1]. Oja, en de (internationale) concurrentie zit ook niet stil [1].
HOE DOE JE PLATFORM
Al die gedeelde onderdelen bij elkaar kunnen we dus een platform noemen. De gedeelde onderdelen zijn dan gestandaardiseerd, en de manier waarop je ze kunt gebruiken beschrijven we in standaarden. Eigenlijk is het “moet gebruiken”, want je kunt ze alleen gebruiken op de standaard manier. Doe je dat niet dan werkt het niet.
JA, “MAAR”
“Doe je dat niet, dan werkt het niet”. Klein zinnetje, maar met flinke gevolgen. Een platform, en dan vooral de standaard manier van het gebruik ervan, maakt de wereld minder flexibel. Je kunt nog steeds alles kiezen, als het maar standaard is. En dat is wennen. Het is wennen om niet met Volkswagen in discussie gaan waarom de wielbasis van hun Passat niet 2,686 meter is. Het is wennen om genoegen nemen met ‘gewoon’ 2,791 meter. Als gebruiker zal je dit getal niets uitmaken, tenminste dat hoop ik. Maar als je een platform gebruikt om te bouwen, dan loop je hier wel tegenaan. Het onderstel van een Passat als voorbeeld: de wielbasis is 2,791 meter. Wil je de wielen dichter bij elkaar? Pech! Kan niet, tenminste niet met dit platform.
HET ENE PLATFORM IS HET ANDERE NIET
Welk platform is dan beter? Vergelijk het met IT: is Suse beter dan Redhat? Is versie 6.5 beter dan 6.4, of dan 7.2? Is Tomcat beter dan Websphere? Ik zou zeggen: “Kies er gewoon één, want anders heb je geen platform”. Kies de Lada, kies de Ferrari of kies de Skoda. Wil je dan nog steeds de motor achterin, een trekhaak, spoiler, kuipstoelen…?
Ja, ik wil! Maar wat nu als het niet in het platform zit… kun je dan niet gewoon zonder?
Richard Bliek.
[1] Halman, J. I., Hofer, A. P., & Van Vuuren, W. (2003). Platformâdriven development of product families: linking theory with practice. Journal of Product Innovation Management, 20(2), 149-162.